Die vraag is niet zonder meer te beantwoorden, omdat ze een vergelijking vereist tussen wat er is gebeurd na de invoering van de Euro op 1 januari 2002 en wat er zou zijn gebeurd als ze niet was ingevoerd. Dat laatste zullen we uiteraard nooit weten. Maar we kunnen het antwoord wel benaderen door te kijken naar wat er voor en na 2002 is gebeurd in de landen om ons heen die de Euro niet hebben ingevoerd.
In de volgende figuur is voor de Eurozone als geheel, voor Nederland en voor een aantal Europese niet-Eurolanden (Denemarken, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland) de ontwikkeling van de reële economie (d.w.z. na correctie voor inflatie) weergegeven. De gebruikte gegevens zijn afkomstig van de Amerikaanse Federal Reserve Economic Database (FRED). Ik heb voor de vergelijking alle gegevens genormaliseerd op 1 januari 2002 = 1,00.
Uit de grafiek blijkt dat in de periode 1995 – 2001 de gemiddelde reële economische groei van de Eurolanden goed vergelijkbaar was met die van de niet-Eurolanden. Nederland deed het relatief goed en steeg van de staart van het peloton naar de koppositie.
Na de invoering van de Euro in 2002 veranderde dat beeld. De Eurozone zakte weg ten opzichte van de niet-Eurolanden en belandde in de onderste regionen van het peloton. Van de niet-Eurolanden zit alleen Denemarken nog onder het Eurozone gemiddelde.
In de volgende figuur is op basis van dezelfde gegevens voor de Eurozone en voor de niet-Eurolanden de ontwikkeling van de reële economie weergegeven, gesplitst in drie perioden: voor de invoering van de Euro (1995 – 2001), tussen de invoering van de Euro en de kredietcrisis (2002 – 2007) en na het losbarsten van de kredietcrisis (2008 – 2013). Voor elke periode is met een stippellijn de lineaire trend weergegeven.
Wat je ziet is dat in de periode 1995 – 2001 de economie van de Eurozone en het gemiddelde van de economieen van voornoemde niet-Eurolanden zich nagenoeg identiek ontwikkelden: de twee trendlijnen vallen praktisch over elkaar heen.
In de periode 2002 – 2007, tussen de invoering van de Euro en het losbarsten van de kredietcrisis, verandert het plaatje. De Eurozone deed het minder goed dan de niet-Eurolanden en liet over die periode duidelijk minder reële groei zien, een verschil dat overigens ontstond in de eerste twee jaar na de invoering van de Euro.
Na het losbarsten van de kredietcrisis wordt het plaatje een stuk zorgelijker. De impact van de kredietcrisis op de Eurozone en de niet-Eurolanden is nog vergelijkbaar: een reële krimp van circa 5%. Maar daarna beginnen de twee lijnen flink uiteen te lopen. De niet-Eurolanden herstellen zich goed en hebben het effect van de kredietcrisis al snel weer weggewerkt. Maar de Eurozone is de schok van de crisis nog steeds niet te boven en toont nauwelijks nog economische groei.
In de volgende grafiek is opnieuw het voorgaande plaatje getoond, maar nu voor de niet-Eurolanden versus Nederland.
Wat je ziet is dat Nederland het voor de invoering van de Euro een stuk beter deed dan de niet-Eurolanden, maar dat dit beeld na de invoering van de Euro draait. Na het losbarsten van de crisis is de trend voor Nederland zelfs neerwaarts gericht, waarmee Nederland het nog slechter doet dan de Eurozone als geheel.
Conclusie
Uit de voorgaande grafieken valt moeilijk een andere conclusie te trekken dan dat de invoering van de Euro niet goed is geweest voor de welvaart in de Eurozone in het algemeen en Nederland in het bijzonder.
In de jaren voor de invoering van de Euro kende Nederland een relatief sterke economische groei ten opzichte van de latere Eurozone landen en de niet-Eurolanden Denemarken, Noorwegen, het VK, Zweden en Zwitserland. Maar na de invoering van de Euro veranderde dat beeld drastisch.
In de periode tussen de invoering van de Euro en het losbarsten van de kredietcrisis deden de Eurozone en Nederland het duidelijk slechter dan voornoemde niet-Eurolanden.
Na het losbarsten van de kredietcrisis werd het beeld voor de Eurozone nog beroerder. De Eurozone en de niet-Eurolanden werden aanvankelijk ongeveer even hard getroffen, maar de niet-Eurolanden lieten vervolgens een sterk herstel zien, terwijl de Eurozone de klap van de kredietcrisis nog niet te boven is, en nauwelijks nog groei laat zien.
Nederland doet het daarbij zelfs nog slechter dan de Eurozone, met een na 2007 per saldo neerwaarts gerichte trend in de ontwikkeling van de reële economie.
Kort samengevat, de invoering van de Euro was voor Nederland zeker geen zegen, maar eerder een vloek. Het eurosprookje is daarmee twaalf jaar nadien tamelijk overtuigend uitgeblazen.
© Anton van de Haar - mei 2014